Inhoudsopgave
Advertenties
Opbouw en werking
5.19
Rijpaden
Op het veld kunnen rijpaden worden aangelegd.
Rijpaden zijn sporen waarin niet wordt gezaaid
voor de machines die later worden ingezet ten
behoeve van bemesting en verzorging.
Het rijpad kan ook als intervalrijpad worden
aangelegd. Daarbij wordt het rijpad in
repeterende, vrij intstelbare afstanden gezaaid.
Bij het aanleggen van de rijpaden
verschijnt op de bedieningsterminal,
afhankelijk van de uitrusting, het cijfer "0" of
een symbool.
krijgt de vrijloopkoppeling (Afb. 101/1) een
elektrische impuls.
blijft de overbrengingsas (Afb. 101/2) staan.
wordt er door de kouters niet gezaaid.
Rijpadendoseerwielen (Afb. 102/1) kunnen op de
zaaias vrij draaien.
De rijpadendoseerwielen worden door de
tandwielen (Afb. 102/2) op de overbrengingsas
aangedreven.
Bij het aanmaken van de rijpaden blijven de
overbrengingsas en de rijpadendoseerwielen
stilstaan. Door de rijpadendoseerwielen wordt
geen zaaigoed uitgebracht.
De overbrengingsas kan zijn uitgerust met
maximaal 5 tandwielen (Afb. 102/2) per
machinezijde.
94
Afb. 100
Afb. 101
Afb. 102
Cataya Special BAH0109-1 02.21
Advertenties
Inhoudsopgave
