12.3.4
Bodemkleppen, basisinstelling controleren
1. Schuif sluiten, bij gevulde zaaigoedtank.
2. Zaaihuizen leegmaken, zie hoofdstuk
Zaadbak en zaaihuizen leegmaken, pagina
185.
3. De bodemklephendel (Afb. 245/1) in de
gatengroep (Afb. 245/2) op de
schaalwaarde 1 instellen.
4. Controleer of de voorgeschreven
afstand "A" in elke zaaibehuizing wordt
aangehouden.
De afstand "A" (Afb. 246)
tussen bodemklep en doseerwiel
bedraagt 0,1 mm tot 0,5 mm.
5. De voorgeschreven afstand met de schroef
(Afb. 246/2) instellen.
Cataya Special BAH0109-1 02.21
Houd de controle-intervallen aan,
zie hoofdstuk "Onderhoudsschema", pagina 191.
Afb. 245
Afb. 246
Onderhoud en reparatie
199