12.5.3
Verwisselen doseerwiel
Dit hoofdstuk beschrijft het verwisselen van fijn- en grofdoseerwielen tegen bonendoseerwielen en
omgekeerd. Het verwisselen van de doseerwielen is afhankelijk van de zaaiasaandrijving en in 2
hoofdstukken beschreven:
Zaaiasaandrijving met stapwiel, zie hoofdstuk 12.5.3.1, pagina 215
Zaaiasaandrijving met elektromotor, zie hoofdstuk 12.5.3.2, pagina 220.
Das
v erk n
üpfte
Bild
k ann
nicht
angez
eigt
werde
n.
Mög lic
herwei
se
wurde
die
Datei
v ersch
oben,
umb e
nannt
oder
gelösc
ht.
Stellen
Sie
sicher,
dass
die
Verk n
üpfun
g au f
die
k orrek
te
Datei
und
den
k orrek
ten
Speich
ero rt
zeigt.
12.5.3.1 Vervangen doseerwiel - zaaiasaandrijving met stapwiel
Dit hoofdstuk beschrijft het vervangen van de doseerwielen, wanneer de zaaias door het stapwiel
wordt aangedreven.
1. De bodemklephendel (Afb. 276/1) in de
gatengroep op de schaalwaarde 8 (Afb.
276/2) instellen.
2. Overbrengingsas (Afb. 277/1) wegklappen,
zie hoofdstuk 12.5.2.1, pagina 207.
3. De inbusbout van het zaaiastandwiel (Afb.
277/2) losmaken.
Cataya Special BAH0109-1 02.21
Vervangen van de doseerwielen heeft invloed op de zaaihoeveelheid.
De zaaihoeveelheid aansluitend kalibreren.
Afb. 276
Afb. 277
Onderhoud en reparatie
215