Inhoudsopgave
Advertenties
8.6
Control-zaaischijf RoTeC
8.6.1
Aflegdiepte voor zaaigoed instellen en controleren
De zaaidiepte van het zaaigoed is afhankelijk van de factoren
bodemgesteldheid (licht tot zwaar)
rijsnelheid
zaaischijfdruk
stand van de dieptegeleidingsschijven/-rollen.
Controleer de zaaidiepte, wanneer één van de factoren verandert.
1. Zaaischijfdruk instellen, zie hoofdstuk 8.8, pagina
Een hogere zaaischijfdruk houdt de zaaidiepte in de regel constant aan.
2. 30 m tot 50 m op werksnelheid zaaien.
3. Leg het zaadgoed op meerdere plaatsen bloot.
4. De zaaidiepte controleren.
5. Herhaal de procedure net zolang, tot de gewenste zaaidiepte is bereikt.
6. Als de gewenste zaaidiepte door het instellen van de zaaischijfdruk niet wordt bereikt, alle
dieptegeleidingsschijven/-rollen gelijkmatig instellen, zie hoofdstuk "Dieptegeleidingsschijven/-
rollen instellen", pagina 154.
7. Na het instellen van de dieptegeleidingsschijven/-rollen de gewenste zaaidiepte weer met behulp
van de zaaischijfdruk instellen.
Cataya Special BAH0109-1 02.21
156.
Instellingen
153
Advertenties
Inhoudsopgave
