8.13
Rijpadmarkeerapparaat in de werk-/transportstand brengen
8.13.1
Rijpadmarkeerapparaat in werkstand zetten
Afb. 212: korte spoorschijfdrager
Afb. 232: lange spoorschijfdrager
1. Zet de machine op het veld.
2. Houd de spoorschijfdrager (1) vast.
3. Trek de pen (2) eruit.
De pen is met een veerclip (3) geborgd.
4. De spoorschijfdrager in de werkstand
zwenken.
5. Bevestig de spoorschijfhouders met
behulp van een pen en borg deze.
6. Zet de rijpadenteller op "0".
7. Laat de spoorschijven neer.
7.1 Tractorregeleenheid (geel) bedienen.
8. Trek de handrem aan, zet de motor af en
trek de contactsleutel uit het slot.
9. Draai de bout (Afb. 214/1) los.
10. Stel de spoorschijf zo in dat deze de door
de rijpadenmarkeurs aangelegde rijpaden
markeert.
11. Pas de arbeidsintensiteit van de schijf op
de grond aan door deze te verdraaien.
Schijven op lichte grond ongeveer parallel
aan de rijrichting instellen en op zware
grond meer op grip.
12. De bout (Afb. 214/1) vast aandraaien.
Cataya Special BAH0109-1 02.21
WAARSCHUWING
Stuur iedereen weg uit de gevarenzone van de hydraulisch
bediende delen.
Met de regeleenheid van de tractor kunnen de hydraulische cilinders
van de markeurs en van het rijpadmarkeerapparaat gelijktijdig
worden bediend.
Afb. 212
Afb. 213
Afb. 214
Instellingen
167