Algemene veiligheidsinstructies
Transporteren van de machine
Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden.
Schakel de bedieningsterminal uit voor transportritten.
Controleer voor transportritten
of voedingsleidingen correct zijn aangebracht;
of het verlichtingssysteem werkt, schadevrij en schoon is;
het rem- en hydraulisch systeem op zichtbare gebreken
of de handrem volledig is losgezet;
de werking van het remsysteem.
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en remvermogen.
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en gewichten aan voor- of achterzijde
beïnvloeden niet alleen het rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde.
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het eigen gewicht van de tractor
worden belast, om zeker te zijn van voldoende stuurvermogen.
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in overeenstemming met de voorschriften aan
de daartoe bestemde bevestigingspunten.
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aangebouwde/aangekoppelde machine
en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor.
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aangebouwde of aangekoppelde
machine) over voldoende remvertraging te beschikken.
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden.
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in bochten rekening met de grote
uitzwaai en de middelpuntvliedende kracht van de machine.
Als de machine aan de 3-puntshydraulica of de trekstangen van de tractor is bevestigd, moet u er
vóór transport voor zorgen dat de trekstangen aan de zijkant voldoende is vastgezet.
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand.
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand vast om te
voorkomen dat zij van positie veranderen. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde
transportbeveiligingen.
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de 3-puntshydraulica om onbedoeld heffen of
zakken van de aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen.
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen, zoals verlichting,
waarschuwingssystemen en beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn
gemonteerd.
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en
de trekstangen met de veerclip zijn geborgd.
Pas uw rijsnelheid telkens aan de heersende omstandigheden aan.
Kies bij het bergaf rijden een lagere versnelling.
Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen).
Neem het maximaal toegestane totaalgewicht in acht.
30
Cataya Special BAH0109-1 02.21