Instellingen
8.4.2
Kalibreren van de zaaihoeveelheid -
machines met bedieningsterminal AmaDrill 2 of
machines met ISOBUS-systeem
1. Bereid de machine voor het kalibreren voor,
zie hoofdstuk "Zaaihoeveelheid kalibreren",
pagina 141.
2. Zaaimachine voordraaien.
Het voordraaien stelt dezelfde
omstandigheden in, als bij het later rijden
op het veld.
2.1 De zaaimachine vooruit draaien
aan de hand van de
gebruiksaanwijzingen
"Software ISOBUS" of
"AmaDrill 2".
2.2 De tweedelige opvangbak (Afb. 183/1)
in de zaadbak legen, samensteken en
met de opening naar boven gericht tot
aan de aanslag in de houder schuiven.
3. De zaaihoeveelheid kalibreren.
3.1 De zaaimachine kalibreren
aan de hand van de
gebruiksaanwijzingen
"Software ISOBUS" of
"AmaDrill 2".
3.2 De beugel (Afb. 184/1) voor het wegen
van de opgevangen zaaihoeveelheid
uitklappen.
3.3 De inhoud van de opvangbak wegen.
De weegschaal controleren op
aanwijsnauwkeurigheid en rekening
houden met het tankgewicht.
4. Herhaal de kalibratie tot het bereiken van
de gewenste zaaihoeveelheid.
150
Afb. 183
Afb. 184
Cataya Special BAH0109-1 02.21