5.21
Rijpadmarkeerapparaat
Het rijpadmarkeerapparaat beschikt over twee spoorschijven die bij het aanleggen van rijpaden auto-
matisch neergelaten worden. De spoorschijven markeren het net aangelegde rijpad. Hierdoor zijn de
rijpaden al zichtbaar voordat het gewas is opgekomen.
Als er geen rijpad wordt aangelegd, zijn de spoorschijven opgelicht.
Het rijpadmarkeerapparaat is bevestigd in combinatie
met een rolleneg in het frame van de zaaimachine
met exacteg aan de drager van de exacteg.
5.21.1
Rijpadmarkeerapparaat met machineframebevestiging
De houders voor de spoorschijven (Afb. 107/1)
worden aan het frame van de zaaimachine be-
vestigd.
Instelbaar
is de afstand van de spoorschijven t.o.v. el-
kaar voor het markeren van de wielbreedte
van de tractor
is de arbeidsintensiteit van de spoor-
schijven.
Uit de tabel hierna de benodigde boring voor de
gewenste tractor-wielbreedte "A" aflezen.
Pen steekt in
Boring 1
Boring 2
Boring 3
Bij het wegtransport van de machine zijn beide
armen opgetild, ingeklapt en met een pen (Afb.
109/1) geborgd.
Centaya Super BAH0092-6 10.20
Tractor-
wielbreedte „A"
1500 mm
1800 mm
2250 mm
Afb. 107
Afb. 108
Afb. 109
Opbouw en werking
97