Inhoudsopgave
Advertenties
5.11.1
Zaaileidingbewaking
De zaaileidingslangen verzorgen de verbinding
tussen verdelerkop en zaaischijven.
Elke zaadleidingslang kan met een sensor (Afb.
64/1) zijn uitgerust, die de zaaigoedstroom her-
kent.
Er komt een waarschuwingsmelding, wanneer de
zaaigoedstroom in een bewaakte zaadleidings-
lang wegvalt of wanneer grote afwijkingen in de
doorstroomhoeveelheden tussen de bewaakte
zaadleidingslangen optreden.
Als de zaaileidingbewaking samen met een machine
met het ISOBUS-systeem wordt gebruikt,
dan moeten de machinestekker en de stekker van de zaaileidingbewaking
worden aangesloten op een ISOBUS-compatibele bedieningsterminal, bijv. AmaTron 4, zie
bedieningshandleiding "Zaaileidingbewaking".
zonder het ISOBUS-systeem wordt gebruikt, dan moet
de machinestekker
op een bedieningsterminal AmaDrill 2 worden aangesloten
de stekker van de zaaileidingbewaking
worden aangesloten op een ISOBUS-compatibele bedieningsterminal, bijv. AmaTron 4, zie
bedieningshandleiding "Zaaileidingbewaking".
5.11.2
Zaaien van zaaigoed met grote rijafstand
Voor het zaaien van zaaigoed met grote rijaf-
stand, bijv. maïs, kunnen afzonderlijke zaairijen
worden stilgelegd. De zaaigoedstroom naar de
niet benodigde zaaischijven wordt onderbroken.
De zaaigoedleidingen in de verdeelkop worden
met de doppen (Afb. 65/1) afgesloten.
Het montagegereedschap (Afb. 65/2) is bedoeld
voor het plaatsen van de dop in de verdeelkop,
zie hoofdstuk "Doppen monteren", pagina 197.
Centaya Super BAH0092-6 10.20
Afb. 64
Afb. 65
Opbouw en werking
73
Advertenties
Inhoudsopgave
