Opbouw en werking
5.3.1
AMAZONE bedieningsterminal AmaTron 4
Als optie wordt de combinatie bijvoorbeeld met
de AMAZONE-bedieningsterminal AmaTron 4
uitgeleverd.
De bedieningsterminal AmaTron 4 (Afb. 38) kan
alle machines bedienen die met het ISOBUS-
systeem zijn uitgevoerd.
Zie voor de bediening
van de AMAZONE-job-computer
de handleiding "Software ISOBUS";
van de ISOBUS-compatibel bedieningster-
minal
de handleiding "AmaTron 4".
5.3.2
AMAZONE TwinTerminal
De communicatie met de bedieningsterminal in
de tractorcabine verloopt via de TwinTerminal.
De TwinTerminal kan bij machines met en zon-
der ISOBUS-systeem worden gebruikt.
De TwinTerminal (Afb. 39) bevindt zich in het
bedieningscentrum en bespaart de tractorbe-
stuurder het betreden van de cabine, bijvoorbe-
eld bij het starten van het kalibreren of de invoer
van de opgevangen kalibratiehoeveelheid.
Bij het aftappen van de restanten uit de zaadbak
wordt de motor die de doseerrol aandrijft via de
TwinTerminal in- en uitgeschakeld. Het doseer-
goed wordt bij het kalibreren opgevangen.
Een uitgebreide beschrijving vindt u in de hand-
leiding "software ISOBUS".
56
Afb. 38
Afb. 39
Centaya Super BAH0092-6 10.20