Werken met de machine
10.6.4
Na het zaaien
De zaaicombinatie in de transportstand zetten, zie hoofdstuk 9.1, pagina 168.
Het pictogram (Afb. 227) moet de tractorbestuur-
der eraan herinneren dat de doseerunit na
beëindiging van de zaaiwerkzaamheden moet
worden leeggemaakt en gereinigd.
De doseerunit altijd na beëindiging van
de zaaiwerkzaamheden leegmaken en
reinigen, zie hoofdstuk 10.7, pagina
181.
180
GEVAAR
De markeurs onmiddellijk na het werken inklappen en borgen.
Onbeveiligde markeurs kunnen onbedoeld in de werkstand zwenken
en ernstig letsel veroorzaken.
Maak de doseerunit na het werk leeg en reinig deze.
Bij doseerunits, die niet worden leeggemaakt en gereinigd
kan een taaie tot vaste massa ontstaan, wanneer water onder de
doseerrol terecht komt. De doseerrol wordt sterk afgeremd en er
kunnen afwijkingen ontstaan tussen de ingestelde en werkelijke
zaaihoeveelheid.
kunnen zaaigoedresten en meststof in de doseerunit ontkiemen
of opzwellen. Dit blokkeert de doseerrollen en kan leiden tot
schade aan de aandrijving.
Afb. 227
Centaya Super BAH0092-6 10.20