Instellingen
8.5
Control-zaaischijf RoTeC-Pro
8.5.1
Aflegdiepte voor zaaigoed instellen en controleren
De zaaidiepte van het zaaigoed is afhankelijk van de factoren
bodemgesteldheid (licht tot zwaar)
rijsnelheid
zaaischijfdruk
stand van de dieptegeleidingsschijven/-rollen.
Controleer de zaaidiepte, wanneer één van de factoren verandert.
1. Zaaischijfdruk instellen, zie hoofdstuk 8.7, pagina 151.
Een hogere zaaischijfdruk houdt de zaaidiepte in de regel constant aan.
2. 30 m tot 50 m op werksnelheid zaaien.
3. Leg het zaadgoed op meerdere plaatsen bloot.
4. De zaaidiepte controleren.
5. Als de gewenste zaaidiepte niet bereikt wordt, dan verandert u de zaaischijfdruk en herhaalt u de
procedure zolang tot de gewenste zaaidiepte bereikt is.
6. Als de gewenste zaaidiepte door het instellen van de zaaischijfdruk niet wordt bereikt, alle diep-
tegeleidingsschijven/-rollen gelijkmatig instellen, zie hoofdstuk "Dieptegeleidingsschijven/-rollen
instellen", pagina 145.
7. Na het instellen van de dieptegeleidingsschijven/-rollen de gewenste zaaidiepte weer met behulp
van de zaaischijfdruk instellen.
144
Centaya Super BAH0092-6 10.20