Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandstoffilterelement Vervangen; Brandstoffilters; Brandstoftanks; Componenten Van Brandstofinspuitpomp - Clarke DP6H-UFAA50 Instructiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.1.3

Brandstoffilterelement vervangen

Vervang
de
filterelementen
brandstofsysteem overeenkomstig sectie 3.1.1. De
filterelementen
moeten
overeenkomstig de aanbevelingen en uitsluitend door
goedgekeurde filters worden vervangen. Het kan ook
nodig zijn om de filters te vervangen in de komende
gevallen:
1) als de motor is gereviseerd;
2) als de brandstofkwaliteit twijfelachtig is;
3) als de motor tijdelijk is blootgesteld aan zware
omstandigheden
bedrijfslimieten te boven gaan;
4) als de condensatiepot van de brandstoftank
niet in overeenstemming met de aanwijzingen
van de fabrikant is afgetapt.

3.1.3.1 Brandstoffilters

Opmerking:
DT2H-UFAA60,98,92,-FMAAX8,X2
(natte uitlaatspruitstuk) motoren zijn uitgerust met
parallelle, duplex brandstoffilters. Elk filter moet
vervangen worden door gebruik te maken van de
duplexklep om die klep uit te schakelen duplex. Zie
figuur 14.
FILTER RECHTS
CONTINU BEDRIJF
UITGESCHAKELD
(BEIDE FILTERHELFTEN
Figuur 14 – DT2H-UFAA60,98,92,-
FMAAX8,X2 (natte uitlaatspruitstuk)
Draai het brandstoffilter los door deze
linksom te draaien. Deponeer het gebruikte
filter in een daarvoor bestemde plek.
Veeg het oppervlak van de filterhouder
schoon.
Breng een dun laagje motorolie aan op de
O-ring en de nieuwe filter.
Draai het nieuwe filter aan tot de O-ring tegen
de afdichting aanzit.
En draai het filter ongeveer ¾ ~ 1 slag verder
aan met de handen of een filtertang.
LET OP: LAAT DE KEUZEHENDEL NIET IN
EEN TUSSENSTAND STAAN OMDAT DIT DE
en
ontlucht
worden
vervangen
die
de
normale
FILTER LINKS
UITGESCHAKELD
INGEZET)
BRANDSTOFTOEVOER KAN HINDEREN. Zie
figuur 14.
het
3.1.4

Brandstoftanks

Houd de brandstoftank gevuld om de condensatie tot
een minimum te beperken. Open de aftapkraan aan de
C
onderkant van de brandstoftank eenmaal per week om
water en/of bezinksel te verwijderen. Vul de tank elke
keer na proefdraaien.
Opmerking: overeenkomstig de NFPA 25 standaard
mag de brandstoftank nooit minder dan 67% vol zijn.
Maximum
brandstofpomp, aanvoer of terugkeer.
Motormodel
DP, DQ
DR, DS, DT

3.1.5 Componenten van brandstofinspuitpomp

Neem
contact
onderdeelnummers van de afstandsveer en start-
/stopsolenoïde (buiten de brandstofinspuitpomp).

3.1.6 Het vulpompfilter reinigen

Reinig het vulpompfilter op jaarbasis. Het plastic filter
is verwerkt in de "banjo"-bout aan de inlaatzijde van
de vulpomp. Verwijder alle vuil uit het filter met
perslucht

3.2 LUCHT/UITLAATSYSTEEM

3.2.1

Omgevingscondities

Motoren van Clarke zijn getest overeenkomstig SAE
J1349 (Clarke USA) of ISO 3046 (Clarke UK). De
motoren kunnen teruggeregeld zijn om te voldoen aan
bepaalde
terreinomstandigheden,
werking van de motor anders zeer nadelig kan worden
beïnvloed, wat tot vroegtijdige defecten kan leiden.
Page 26 of 54
toegestane
brandstofkop
voet
meter
9,0
10,7
op
met
de
en
spoel
het
na
Filter (inwendig)
D
boven
B
2,7
3,3
fabriek
voor
met
brandstof.
aangezien
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Clarke DP6H-UFAA50

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dp6h-ufaa62Dp6h-ufka50Dp6h-ufka62Dp6h-ufaax8Dp6h-ufkax8Dp6h-ufaa70 ... Toon alles

Inhoudsopgave