Inhoudsopgave
Advertenties
2.5.2 De motor stopzetten
Als de motor gestart wordt via de pompregelaar,
gebruikt u deze ook om de motor te stoppen.
Als de motor is gestart via het instrumentenpaneel van
de motor: zet de MODE SELECTOR schakelaar
terug op AUTOMATIC/MANUAL STOP om de
motor te stoppen. Sluit de handmatige omloopklep van
het koelsysteem, indien deze open staat.
BELANGRIJK: de MODE SELECTOR schakelaar
NIET in de stand MANUAL RUN laten staan tijdens
AUTOMATISCH bedrijf (de regelaar kan de motor
anders
niet
stoppen
BESCHADIGING).
2.5.3 Noodstopinstructies
Wanneer het activeren van de stopsolenoïde mislukt,
kunt
u
de
motor
instrumentenpaneel of de pompregelaar. Gebruik de
noodstophendel om de brandstoftoevoer af te sluiten
en de motor te stoppen.
Motormodel DP6H en DQ6H: De noodstophendel
bevindt zich aan de rechterkant (aan de kant van het
instrumentenpaneel)
brandstofinspuitpomp. Om de motor te stoppen draait
u de noodstophendel met de wijzers van de klok mee
totdat deze niet verder kan. (zie figuur 10A). Houd de
hendel in de "STOP"-stand tot de motor volledig stopt.
Model DR8H en DS0H: De noodstophendel bevindt
zich bij de voorkant van de motor. Om de motor te
stoppen draait u de noodstophendel tot die niet verder
kan. Hou de hendel in de "STOP"-stand tot de motor
volledig stopt.
Model DT2H: Als de activering van de stopmagneet
mislukt, kunt u de motor niet stoppen via het
instrumentenpaneel of de brandbluspompcontroller.
Deze solenoïde (spoel) bevindt zich aan de linkerkant
(tegenover het instrumentenpaneel) van de motor aan
de voorkant. Om de motor te stoppen draait u de
noodstophendel tegen de wijzers van de klok in tot de
tot de solenoïdeplunjer helemaal ingedrukt is (zie
figuur 10B). Hou de hendel in de "STOP"-stand tot de
motor volledig stilstaat.
en
dit
LEIDT
NIET
stoppen
via
van
de
motor
op
TOT
het
de
2.6 WEKELIJKSE TEST
Een ervaren operator moet aanwezig zijn tijdens het
uitvoeren van de wekelijkse test.
OPMERKING: deze motor is ontworpen om te
functioneren met de nominale belasting. Voor het
uitvoeren van tests mag de motor draaien bij een lagere
belasting (lagere stroming). De maximale bedrijfstijd
mag in een gegeven periode niet meer dan 30 minuten
zijn.
Controleer het volgende voordat u de motor start:
1) De operator moet vrij toegang hebben om de
motor in noodgevallen uit te kunnen zetten.
2) De ventilatiekanalen in de installatieruimte
moeten open zijn en er moet voldoende
luchtcirculatie zijn voor de motor.
Page 22 of 54
Figuur 10A
Figuur 10B
Advertenties
Inhoudsopgave
