Inhoudsopgave
Advertenties
4.1.2 Grundfos MS6000 en MS6000P
onderwatermotoren
•
Als de motor uit vooraad is geleverd, moet het
vloeistofniveau worden gecontroleerd voordat de
motor wordt geïnstalleerd.
•
In geval van service moet het vloeistofniveau
worden gecontroleerd.
Vulprocedure:
De vulopening voor de motorvloeistof bevindt zich
aan de bovenzijde van de motor.
1. Positioneer de onderwatermotor zoals
aangegeven in de onderstaande afbeelding. De
vulschroef moet zich op het hoogste punt van de
motor bevinden.
2. Verwijder de schroef uit de vulopening.
3. Injecteer vloeistof in de motor met de vulspuit tot
er vloeistof uit de vulopening komt.
4. Plaats de schroef terug in de vulopening en draai
deze stevig vast voordat de positie van de motor
wordt gewijzigd.
Draaimoment: 3,0 Nm.
De onderwatermotor is nu gereed om geïnstalleerd te
worden.
Motorpositie tijdens het vullen - MS 6000
4.1.3 Grundfos MMS6, MMS8000, MMS10000 en
Vulprocedure:
Plaats de motor onder een hoek van 45° met het
bovenstuk van de motor naar boven. Zie
onderstaande afbeelding.
1. Draai de stop (A) los en plaats een trechter in het
gat.
2. Giet kraanwater in de motor totdat de
motorvloeistof in de motor over de plug begint te
stromen (A).
3. Verwijder de trechter en plaats de plug terug (A).
De onderwatermotor is nu gereed voor montage op
de pomp en gereed voor installatie.
A
45°
Motorpositie tijdens het vullen - MMS
MMS12000 onderwatermotoren
Gebruik geen motorvloeistof die olie
bevat.
Voordat de motor na een lange periode
van opslag aan de pomp wordt
gekoppeld: smeer de asafdichting door
een paar druppels water toe te voegen
en de as te draaien.
45°
407
Advertenties
Inhoudsopgave
