5.3 Kabelafmetingen
De kabels voor onderwatermotoren zijn
bestemd voor gebruik in vloeistof en zijn
niet noodzakerlijkerwijs geschikt voor
gebruik in de buitenlucht.
Zorg ervoor dat de onderwaterkabel bestand is tegen
permanente onderdompeling in de te verpompen
vloeistof bij de actuele temperatuur.
De diameter (q) van de kabel moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
•
De onderwaterkabel moet geschikt zijn voor de
nominale maximale stroom van de motor.
•
De diameter dient groot genoeg te zijn om
spanningsverlies over de kabel te kunnen
opvangen.
Grundfos levert onderwaterkabels voor een groot
aantal installaties. Een hulpmiddel voor het
dimensioneren van kabels is beschikbaar op
Grundfos Insite op: https://product-selection-
classictest.grundfos.com onder het menu Tools.
Op basis van de volgende parameters biedt het
dimensioneringshulpmiddel een nauwkeurige
berekening van het spanningsverlies bij een gegeven
dwarsdoorsnede:
•
kabellengte
•
bedrijfsspanning
•
stroom bij volledige belasting
•
vermogensfactor
•
omgevingstemperatuur.
Het spanningsverlies kan worden berekend voor
directe inschakeling en ster/driehoek starten.
Om bedrijfsverliezen te minimaliseren, kan de
kabeldoorsnede worden vergroot. Dit is alleen
rendabel als het boorgat voldoende ruimte biedt en
als de bedrijfstijd van de pomp lang is. Het tool voor
bepaling van de kabelafmetingen biedt tevens een
calculator voor vermogensverlies dat de mogelijke
besparingen bij een grotere diameter aangeeft.
Als alternatief voor het hulpmiddel voor het bepalen
van de kabelafmetingen, selecteert u de
dwarsdoorsnede op basis van de stroomwaarden van
de gegeven kabels.
De diameter van de onderwaterkabel moet toereikend
zijn om te voldoen aan de eisen voor de
spanningsvoorziening als vermeld in de paragraaf
elektrische aansluiting.
Bepaal het spanningsverlies voor de dwarsdoorsnede
van de onderdompelbare dalingskabel met behulp
van de diagrammen in de bijlage.
Gebruik de volgende formule:
I: De nominale ingangsstroom van de motor.
Voor ster/driehoek starten is I gelijk aan 58% van de
nominale maximale stroom van de motor.
Lx: Lengte van de kabel omgezet in spanningsverlies
van 1% van de nominale spanning.
lengte van onderwaterkabel
Lx =
toelaatbaar spanningsverlies in %
q: Diameter van de onderwaterkabel.
Trek een rechte lijn tussen de actuele I-waarde en de
Lx-waarde. Kies de dikte die recht boven het punt
wordt aangegeven waar de lijn de q-as kruist.
De diagrammen zijn gebaseerd op de volgende
formules:
Éénfase onderwatermotor
U x Δ U
L =
I x 2 x 100 x cos φ x
Driefasen onderwatermotor
U x Δ U
L =
I x 1.73 x 100 x cos φ x
L
Lengte van de onderwaterkabel [m]
U
Nominale spanning [V]
ΔU
Spanningsverlies [%]
De nominale maximale stroom van de motor
I
[A]
cos φ 0,9
ρ
Soortelijke weerstand: 0,02 [Ωmm
Dwarsdoorsnede van onderwaterkabel [mm
q
2
]
sin φ 0,436
X
Inductieweerstand: 0,078 × 10
L
Gerelateerde informatie
A.1. Appendix
5.1 Algemeen
p
+ sin φ x X L
q
p
+ sin φ x X L
q
2
/m]
-3
[Ω/m].
413