11.2 Stroomverbruik
Meet de ampères van elke fase
terwijl de pomp draait bij een
constante opvoerhoogte (indien
mogelijk, bij de capaciteit
waarbij de motor het zwaarst
wordt belast). Voor maximale
bedrijfsstroom, zie typeplaatje.
Voor de MS6000P moet het
stroomverbruik worden
gemeten tussen het sinusfilter
en de motor.
Gerelateerde informatie
11.1 Voedingsspanning
11.3 Weerstand van de wikkelingen
11.3 Weerstand van de wikkelingen
0,7
Koppel de onderwaterkabel los
van de motorbeveiliging of het
sinusfilter. Meet de weerstand
van de wikkelingen tussen de
aders van de onderwaterkabel.
Doormeten is niet nodig als voedingsspanning en stroomverbruik normaal zijn.
428
Bij driefasenmotoren mag het verschil tussen de
stroom in de fase met het hoogste verbruik en die met
het laagste verbruik niet groter zijn dan 5%. Anders, of
als de stroom de nominale stroom overschrijdt, kunnen
de volgende storingen optreden:
•
De contacten van de motorbeveiliging branden
door.
-
Vervang de contacten of de schakelkast voor
eenfasebedrijf.
•
Er is een slechte aansluiting in de draden, mogelijk
in de kabelverbinding.
-
Zie paragraaf Weerstand van de wikkelingen.
•
De netspanning is te laag of te hoog.
-
Zie paragraaf Voedingsspanning.
•
De motorwikkelingen maken kortsluiting of zijn
gedeeltelijk van elkaar geraakt.
-
Zie paragraaf Weerstand van de wikkelingen.
•
Een beschadigde pomp veroorzaakt overbelasting
van de motor.
-
De pomp moet worden nagekeken.
•
De weerstandswaarde van de motorwikkelingen
wijkt te veel af (drie-fasen).
-
Plaats de fasen in fasevolgorde voor een
uniformere belasting. Als dit niet helpt,
raadpleegt u de paragraaf Weerstand van de
wikkelingen.
Driefasenmotoren: De afwijking tussen de hoogste en
de laagste waarde mag niet meer dan 10% bedragen.
Haal de pomp uit het boorgat als de afwijking groter is.
Meet de motor, motorkabel en onderwaterkabel apart
op en repareer of vervang de defecte onderdelen.
NB: Bij één-fase 3-draads motoren zal de wikkeling bij
normaal bedrijf de laagste weerstandswaarde
aannemen.