4.2 Eisen aan de plaatsing
De motor kan zowel verticaal als horizontaal worden
geïnstalleerd.
4.2.1 Motoren die geschikt zijn voor horizontale
opstelling
Uitgangsvermo
gen
Motortype
50 Hz
[kW]
MS
Alle formaten
MMS6
5,5 - 37
MMS8000
22-92
MMS10000
75-170
MMS12000
147-190
VOORZICHTIG
Heet oppervlak
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
Als de pomp wordt gebruikt voor het
verpompen van hete vloeistoffen (40
tot 60 °C), zorg er dan voor dat
mensen niet in contact kunnen komen
met de pomp en de installatie, bijv.
door een beschermkap te installeren.
Motor
Vermogen
MS402
MS4000 (T40)
MS6000 (T40)
MS6000P (T60)
1)
MS4000I (T60)
1)
MS6000 (T60)
2)
MS6000 (T60)
5,5 - 37
MMS6
22-92
MMS8000
MMS10000
75-147
408
Uitgangsvermo
gen
60 Hz
[kW]
Alle formaten
5,5 - 37
22-92
75-170
-
Minimaal debiet langs de motor
Alle
Alle
Alle
Alle
45
110
Tijdens bedrijf moet de motor altijd volledig
ondergedompeld zijn in de vloeistof.
Controleer of aan de NPSH-waarden van
de gemonteerde pomp is voldaan.
4.3 Vloeistoftemperaturen/koeling
De maximale vloeistoftemperatuur en de minimale
stroomsnelheid voorbij de motor worden
weergegeven in de volgende tabel.
Grundfos adviseert om de motor boven de zeef van
de put te installeren om een goede motorkoeling door
de vloeistof te verkrijgen.
In het geval dat de vermelde
stroomsnelheid niet kan worden bereikt,
moet een mantel worden geïnstalleerd
Als er kans is op afzetting van sediment, zoals zand,
rond de motor, dient een stromingsmantel te worden
gebruikt om een goede koeling van de motor te
waarborgen.
Maximale vloeistoftemperatuur
[m/s]
0,15
0,15
1,00
0,15
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
40 °C
(105 °F)
60 °C
(140 °F)
60 °C
(140 °F)
Koelmantel aanbevolen
60 °C
(140 °F)
Koelmantel aanbevolen
50 °C
40 °C
45 °C
40 °C
45 °C