Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle; Geluid - Johnson Pump SPXFLOW CombiMag Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

CombiMag
4.6
!
!
!
4.7
CM/NL (1707) 5.6

Controle

Als de pomp in bedrijf is, let dan op het volgende:
De pomp mag nooit zonder vloeistof draaien!
De pomp mag nooit draaien met geheel gesloten persafsluiter!
Als richtlijn voor de minimum vloeistofstroom geldt:
20% van de capaciteit bij Q
Bij draaien met volledig gesloten persafsluiter zal de door waaier, magneetkoppeling en
glijlagers gegenereerde warmte gaan leiden tot koken of verdampen van de vloeistof. Het
gevolg is cavitatie/vibratie van de pomp, ernstige beschadiging van de waaier en abrupt
vastlopen van de glijlagers.
• Controleer of de systeemdruk altijd beneden de maximum toelaatbare werkdruk blijft.
Zie voor de juiste waarden paragraaf 10.1 "Maximaal toelaatbare werkdrukken".
• De opbrengst van de pomp mag nooit worden geregeld door de afsluiter in de
zuigleiding. Deze moet altijd geheel open staan.
• Controleer of de verschildruk tussen zuig- en persaansluiting overeenkomt met de
specificaties van het werkpunt van de pomp.
• Controleer of de absolute inlaatdruk voldoende is, zodat in de pomp geen
dampvorming kan ontstaan. Dit kan leiden tot cavitatie. De minimaal vereiste
inlaatdruk (in m) boven de dampspanning van de verpompte vloeistof bij
pomptemperatuur moet ten minste 0,5 - 1 m boven de NPSH-waarden van de
CombiMag pomp liggen
(NPSH = Net Positive Suction Head)
• Als de motor draait, de kleppen niet gesloten zijn en de druk en capaciteit van de
pomp zijn ingestort terwijl een kloppend geluid hoort, slippen de magneten
waarschijnlijk en moet de motor onmiddellijk worden uitgezet.
Cavitatie moet altijd worden voorkomen, aangezien dit zeer schadelijk is voor
de pomp

Geluid

De geluidsproductie van een pomp is in belangrijke mate afhankelijk van de
bedrijfsomstandigheden. De waarden vermeld in paragraaf 10.9 "Geluidgegevens" zijn
gebaseerd op een normaal gebruik van de pomp, aangedreven door een elektromotor.
Indien bij normale bedrijfsomstandigheden het geluidsdrukniveau hoger wordt dan
85 dB(A) moeten er voorzorgsmaatregelen worden getroffen, zoals het aanbrengen van
geluiddempende bekleding om het pompaggregaat of het dragen van
gehoorbescherming.
Overtuig u ervan dat de bedrijfsomstandigheden NORMAAL (=volgens spec.)
zijn en dat het hoge geluidsniveau niet duidt op een storing aan de pomp!
Inbedrijfstellen
BEP.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave