u Let op
• Deze functie kunt u niet gebruiken in de volgende situaties.
• In de stand M of N
• In de stand C
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.121)
• Terwijl deze functie wordt gebruikt, is [AA-filtersimulator]
in menu A4 vast ingesteld op [Uit].
• [LV elektr. sluiter] in menu A2 en [Shake Reduction] in
3
menu A4 zijn vast ingesteld op [Aan] of [Uit], afhankelijk van
de instelling van [Pixelverschuiv.resolutie] zoals hieronder
getoond. Wanneer de instelling van [Pixelverschuiv.resolutie]
wordt gewijzigd in [Uit], keren [LV elektr. sluiter] en [Shake
Reduction] terug naar de oorspronkelijke instellingen.
[Pixelverschuiv.resolutie]
-instelling
Bewegingscorrectie Aan
Bewegingscorrectie Uit
Beeldstabilisatie Aan
• Wanneer [Bewegingscorrectie Aan] of [Bewegingscorrectie
Uit] wordt geselecteerd, maak de camera dan goed vast op
een steun zoals een statief voordat u opnamen maakt.
• Wanneer [Beeldstabilisatie aan] wordt geselecteerd, maak
dan opnamen zonder de compositie te wijzigen totdat vier
opnamen worden gemaakt, zonder gebruik te maken van
een steun zoals een statief.
88
LV
Shake
Elektronische
Reduction
sluiter
Aan
Uit
Uit
Aan
t Memo
• Wanneer [Pixelverschuiv.resolutie] is toegewezen aan X
of Y, dan kunt u de instelling van [Pixelverschuiv.resolutie]
eenvoudig met de betreffende knop wijzigen. (p.110)
• Er kan mozaïekvormige beeldruis in de opname verschijnen
als er een bewegend object in het beeld aanwezig is.
Selecteer in dat geval de optie [Bewegingscorrectie Aan].
• Aanbevolen wordt pixelverschuivingsresolutie te gebruiken
in combinatie met Zelfontspanner, Afstandsbediening of
Opnamen maken met vergrendeling spiegel omhoog.
• Gebruik van [Bewegingscorrectie Aan] of
[Bewegingscorrectie Uit] met de camera bevestigd op een
vaste steun zoals een statief produceert opnamen met een
hogere definitie dan gebruik van [Beeldstabilisatie aan].
Kleurmoiré beperken
Door de Shake Reduction-eenheid te schudden, kan een
moiréverminderingseffect worden bewerkstelligd dat lijkt op
dat van een laagdoorlaatfilter.
1
Selecteer [AA-filtersimulator] in menu A4 en druk
op D.
2
Selecteer een opnametype
en druk op E.
Maakt opnamen met een evenwicht tussen
Type1
de resolutie en moirévermindering.
Type2
Geeft prioriteit aan moirévermindering.
Bracketing
Maakt twee opeenvolgende opnamen in
(2 opnamen)
de volgorde [Uit] en [Type2].
Bracketing
Maakt drie opeenvolgende opnamen in
(3 opnamen)
de volgorde [Uit], [Type1] en [Type2].
A4
4
AA-filtersimulator
AA-filtersimulator
Shake Reduction
Shake Reduction
Horizoncorrectie
Horizoncorrectie
Compositie aanpassen
Compositie aanpassen
Objectiefcorrectie
Objectiefcorrectie
Inv brandp afstand
Inv brandp afstand
Annul.
Annul.
OK
OK