5
Selecteer het niveau van de
ruisonderdrukking voor elke
ISO-instelling.
Beschikbare bedieningshandelingen
3
Toont de volgende/vorige pagina.
R
Stelt het niveau van de ruisonderdrukking
M
terug naar de standaardinstelling.
6
Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7
Druk tweemaal op F.
64
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. hoge ISO-wrd
1
Selecteer het gedeelte van de sensor dat moet worden gebruikt
ISO
ISO
100
100
ISO
ISO
200
200
voor het meten van de helderheid en het bepalen van de
ISO
ISO
400
400
ISO
ISO
800
800
belichting.
ISO
ISO
1600
1600
ISO
ISO
3200
3200
ISO
ISO
6400
6400
1
Reset
Reset
Automatische lichtmeting
Draai aan R terwijl
u 2 indrukt.
Meet de helderheid in meerdere
verschillende zones van de sensor.
A Meervlaks
Op locaties met tegenlicht wordt in
deze stand de belichting automatisch
aangepast.
Meet de helderheid met een nadruk
op het midden van de sensor.
De gevoeligheid wordt groter in het
B Centraal
midden en ook in omstandigheden met
tegenlicht wordt geen automatische
afstelling uitgevoerd.
Meet de helderheid alleen in een beperkt
gebied in het midden van de sensor.
Nuttig wanneer het onderwerp klein is.
C Spot
Er vindt geen automatische aanpassing
plaats, ook niet in omstandigheden met
tegenlicht.
A1/C1
2 5 0
250
5.6
5.6
1/
1/
F F
1 6 0 0
1600
99999
99999
99999
99999