t Memo
• Als de diafragmaring op een andere positie dan 9 wordt
ingesteld, dan werkt de camera in de stand J, ongeacht de
instelling van het moduswiel, behalve wanneer de stand L,
M of N wordt geselecteerd.
• [F--] verschijnt voor de diafragma-indicator in het
statusscherm, het Live weergave-scherm, de zoeker en op
het LCD-display.
Hoe de juiste belichting wordt bereikt als de diafragmaring
niet op 9 is ingesteld
De juiste belichting kan worden bereikt met de volgende
procedures wanneer de diafragmaring niet op 9 is ingesteld.
1 Zet het moduswiel op L.
2 Stel de diafragmaring in op het gewenste diafragma.
3 Druk op M.
De juiste sluitertijd wordt ingesteld.
4 Pas de ISO-gevoeligheid aan indien de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
Opnamen maken met Catch-in Focus
opnamen
U kunt opnamen maken met Catch-In Focus met behulp van een
handmatig scherpstelobjectief. De sluiter wordt automatisch
ontspannen als de camera scherp stelt op het onderwerp.
1
Sluit een handmatig scherpstelobjectief aan op
deze camera.
2
Stel [24 Catch-in focus] in op [Aan] in menu E4.
3
Stel de AF-modus in op v en stel [AF-modus] in
op x.
4
Plaats de camera op een vaste steun zoals een
statief.
5
Stel scherp op de positie waar het onderwerp kan
passeren en druk 0 volledig in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer het
onderwerp op de gespecificeerde positie door de camera
scherp is gesteld.
E4
7
125