De opnamegrootte wijzigen
u Let op
• Het formaat van JPEG-opnamen kan alleen worden
gewijzigd en JPEG-opnamen kunnen alleen worden
bijgesneden wanneer deze JPEG-opnamen met deze
camera zijn gemaakt.
• Opnamen waarvan het formaat is gewijzigd of opnamen
die al tot de minimale bestandsgrootte zijn uitgesneden,
kunnen niet worden verwerkt.
4
De opnameresolutie wijzigen
Wijzigt de opnameresolutie van de geselecteerde opname,
en slaat deze op als een nieuw bestand.
1
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2
Selecteer [Formaat wijzigen] in het weergavepalet.
Het scherm verschijnt waarin de opnameresolutie kan
worden geselecteerd.
3
Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnamegrootte
kiezen dat kleiner is dan dat van
de originele opname.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
4
Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
100
Een deel van de opname uitsnijden
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1
2
3
4
Annul.
Annul.
OK
OK
5
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
Selecteer [Bijsnijden] in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
Bepaal met behulp van het
uitsnijkader de grootte en
positie van het gebied dat
u wilt uitsnijden.
Beschikbare bedieningshandelingen
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
R
Verplaatst het uitsnijkader.
ABCD
Wijzigt de verhoudingen of de instelling
G
van de beeldrotatie.
Roteert het uitsnijkader (alleen wanneer
M
mogelijk).
Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2] en
druk op E.
4224x2816
4224x2816