Bedieningspaneel aanpassen
De functies die worden weergegeven op het bedieningspaneel,
kunnen worden aangepast.
Sommige functies in de menu's A, C en D kunnen worden
opgeslagen als bedieningspaneelitems. Raadpleeg "Menulijst"
(p.27) voor meer info over de functies die kunnen worden
opgeslagen.
1
Druk op G in de standby-stand.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2
Druk op J.
Het aanpassingsscherm verschijnt.
3
Gebruik ABCD om
de functie te selecteren
die u wilt wijzigen.
Druk op M als u terug wilt gaan
naar de standaardinstelling.
4
Druk op E.
In het vervolgkeuzemenu worden de selecteerbare functies
getoond.
5
Gebruik AB om de functie
te selecteren die u wilt
opslaan.
Selecteer [--] als u geen enkele
functie wilt opslaan.
6
Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7
8
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
3200
3200
Reset
Reset
OK
OK
AUTO ISO (maximum)
AUTO ISO (maximum)
AUTO ISO (maximum)
AF-modus
AF-modus
AF-modus
3200
3200
Annul.
Annul.
OK
OK
Druk op J.
Het bedieningspaneel verschijnt opnieuw.
Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
1
25