c Schakelaar scherpstelstand
Hiermee wordt de scherpstelstand gewijzigd. (p.65)
d Knop Automatische lichtmeting /Verwijderen (2/L)
1
Druk op deze knop om de meetmethode te wijzigen. (p.64)
Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen te
verwijderen. (p.54)
e Live weergave-knop (K)
Hiermee wordt de Live weergave getoond. (p.52)
f Groene knop (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd.
Schakelt naar ISO AUTO tijdens het aanpassen van de
gevoeligheid.
g INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.14, p.18)
h GPS-knop (4)
Schakelt de GPS-functie in of uit. (p.90)
i Functiewiel
Selecteert de functie waarvan de instellingen worden
gewijzigd met het instelwiel. (Smart-functie, p.23)
j Keuzeschakelaar opnamestand
Wisselt tussen de stand A (foto) en C (video). (p.50)
k Instelwiel
Wijzigt de instellingen voor de functie die is geselecteerd
met het functiewiel. (Smart-functie, p.23)
l AF-knop (I)
Beschikbaar voor scherpstelling, in plaats van 0 half
in te drukken. (p.66)
m Belichtingsgeheugenknop (H)
Vergrendelt de belichtingswaarde voor het maken van de
opname.
Druk hierop, in weergavestand, om de laatste gemaakte
JPEG-opname ook in de RAW-indeling op te slaan. (p.54)
12
n E-knop achterzijde (R)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals de
belichting. (p.57)
U kunt andere menutabs kiezen wanneer een menuscherm
wordt getoond. (p.26)
U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer het
bedieningspaneel wordt getoond. (p.24)
Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname te
vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer te geven.
(p.54, p.95)
o Weergaveknop (3)
Schakelt over naar de weergavestand. (p.54) Druk de knop
opnieuw in om over te gaan naar de opnamestand.
p Knop AF-punt wijzigen/kaartsleuf wisselen (c/d)
Maakt wijziging van het scherpstelgebied mogelijk. (p.67)
Druk in de weergavestand deze knop in om te wisselen
tussen de geheugenkaarten die zijn geplaatst in sleuf SD1
en sleuf SD2. (p.54)
q Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instelmenu van de Transportstand, Witbalans of
Aangepaste opname. (p.23)
Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven,
verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item
dat u instelt.
U kunt een functie toewijzen aan B en deze gebruiken als
de Fx2-knop (Y). (p.110)
Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand
om het weergavepalet weer te geven. (p.94)
r OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een menu
op deze knop om het geselecteerde item te bevestigen.
s MENU-knop (F)
Toont een menu. Druk, terwijl het menu wordt getoond, op
deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.26)