1.3.2 Pompgroepen
1.3.2.1 Behandeling van pompgroepen
Gebruik een werkplaatskraan, heftruck of andere aangepaste hefwerktuigen.
Zet de kabels vast rond het voorste
gedeelte van de pomp en het
achterste gedeelte van de motor.
Zorg ervoor dat de belasting is uit
gebalanceerd vooraleer te heffen.
NB! Gebruik steeds twee hefkabels.
1.3.2.2 Installatie
Alle pompgroepen moeten voorzien zijn van een veiligheidsschakelaar tegen het onopzettelijk
starten tijdens de installatie, het onderhoud of tijdens ander werk aan de groep.
Waarschuwing
De veiligheidsschakelaar moet uitgezet worden en vergrendeld zijn vooraleer er aan de
pompgroep gewerkt wordt. Toevallig opstarten kan ernstig letsel veroorzaken.
De pompgroep moet op een waterpas oppervlak gemonteerd worden, en ofwel verankerd
worden aan de fundatie, ofwel vastgezet worden met rubber beklede voeten.
De leidingen naar de pomp dienen spanningsvrij en goed ondersteund aan de pomp
aangesloten te worden. Een verkeerd aangebrachte leiding kan schade toebrengen aan de
pomp en aan het systeem.
Waarschuwing
De elektromotoren moeten geïnstalleerd worden door vakmensen in overeenstemming met
EN60204-1. Een gebrekkige elektrische aansluiting kan de pompgroep en het systeem onder
spanning brengen, wat kan leiden tot dodelijke ongevallen.
De elektromotoren moeten voldoende koeling en ventilatie krijgen. De elektromotoren mogen
niet ingesloten zijn in luchtdichte omkasting, afzuigkappen, enz.
Stof, vloeistoffen en gassen die oververhitting en brand kunnen veroorzaken, moeten op een
veilige afstand van de motor worden gehouden.
A.0100.202 – IM-TGL/08.04 NL (11/2016)
Als er hefringen zijn op zowel de pomp
als de motor, kunnen de kabels hieraan
bevestigd worden.
NB! Gebruik steeds twee hef kabels.
Waarschuwing
Hef de pompgroep nooit op aan
slechts één bevestigingspunt. Het
niet correct opheffen kan persoonlijk
letsel veroorzaken en/of de groep
beschadigen.
7