5.0 Probleemanalyse
Probleem
Geen debiet als de
pomp draait
Onvoldoende debiet
Lawaai in de pomp
5.1
Instructies voor hergebruik en verwijdering
5.1.1 Hergebruik
Hergebruik of het uit dienst nemen van de pomp mag enkel gebeuren nadat ze volledig leeg-
gemaakt is, en nadat de inwendige delen gereinigd zijn.
Opmerking! Wanneer men zo te werk gaat, moet men de gepaste veiligheidsvoorschriften in
acht nemen en maatregelen nemen ter bescherming van het milieu.
De vloeistoffen moeten worden afgelaten en de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten gebruikt worden volgens de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
5.1.2 Verwijdering
Het verwijderen van de pomp mag enkel gebeuren nadat ze volledig afgelaten is. Ga te werk
volgens de plaatselijke voorschriften.
Waar dit van toepassing is moet u het product uiteen nemen en het materiaal van de onderdelen
recycleren.
A.0100.202 – IM-TGL/08.04 NL (11/2016)
Mogelijke oorzaak
Verkeerde draairichting.
Luchtzakken in aanzuigleiding.
Verstopte klep.
De pomp zuigt lucht aan door een
lekkende zuigleiding of door de
asafdichting.
Verstopte klep.
Luchtlekkage.
NPSH
te laag (manometrische
A
zuighoogte te groot).
Pomp is versleten.
Veiligheidsklep opent te vroeg of
gaat niet dicht.
Cavitatie - (manometrische zuig-
hoogte te groot).
Rotor/rondsel beschadigd
Onjuiste uitlijning pomp/aandrijfas. Corrigeren met vulstukken of ringen.
Trilgeluiden van de veiligheidsklep. Vergroot de druk op de ring. Vervangen
Maatregel
Draairichting omdraaien.
Vul de aanzuigleiding.
Voer alle lucht af.
Reinigen
Controleer en dicht de zuig-
leiding af. Indien nodig de as-afdichting
vervangen.
Reinigen
Controleer en dicht de zuig-leiding af.
Indien nodig de asafdichting vervangen.
Vergroot de diameter van de zuigleiding
en/of verkort de zuigleiding. Verlaag de
manometrische zuighoogte.
Controleer de rotorspeling. Indien
nodig de rotorspeling verkleinen door
afstelstukken (shims) te verwijderen.
Stel de openingsdruk af.
Controleer het mechanisme.
Vergroot de diameter van de zuigleiding
en/of verkort ze. Verlaag de zuighoogte.
Controleer de filters aan de zuigzijde.
Controleren en vervangen indien nodig.
indien nodig.
2 7