Onderhoud
11.2
Reiniging
11.3
Controlelamp onderhoud
76
VOORZICHTIG
•
Richt de straal van de hogedrukreiniger nooit direct op
aandrijfelementen, lagers en elektronische componenten!
•
Dashboard niet met een hogedrukreiniger schoonmaken!
•
Neem tijdens de reiniging de sleutel uit het contact en sluit de
stofbeschermingskap op het contactslot!
1. Openen van de maaiwerkkap.
2. Reinigen van de rotorruimte door een hogedrukreiniger.
®
Vuil water moet na de reiniging volledig uit het
vijzeltransportsysteem stromen.
3. Afwateringsgaten aan de onderzijde van de geleidingsbuis
langsvijzel vrijmaken.
4. Koeler alleen met perslucht reinigen!
De controlelamp geeft aan, dat een onderhoudsinterval is
bereikt (na 50 uur en elke 125 uur).
®
Onderhoud uitvoeren.
Controlelamp resetten
1. Vangkorf optillen.
2. Motor stoppen.
3. Contactsleutel in positie 1
4. Schakelaar "Maaiwerk start" indrukken en vasthouden.
5. Schakelaar "Maaiwerk stop" 10x indrukken.
®
De controlelamp gaat uit.
BAF0012.14 03.23