Inhoudsopgave
Advertenties
7.4
Starten en uitschakelen van de motor
BAF0012.14 03.23
Om de motor te starten, neemt u plaats op de bestuurdersstoel en
gaat u als volgt te werk:
1. Vergrendeling van de handrem controleren.
2. Gaspedaal en stuurwiel niet bedienen.
3. Accu-scheidingsschakelaar (optie) deactiveren.
4. Contactsleutel naar rechts draaien tot de voorgloei-indicatielamp
brandt.
5. Wanneer de voorgloei-indicatielamp uitgaat, de contactsleutel
naar rechts draaien en loslagen, zodra de motor loopt.
Gashendel maximaal op de middelste positie zetten.
Startprocedure niet onderbreken, echter per startpoging niet
langer dan 5 s.
VOORZICHTIG
De motor nooit in een afgesloten ruimte laten draaien.
Vergiftigingsgevaar!
Ga als volgt te werk om de motor uit te schakelen :
1. Machine tot stilstand brengen.
2. Gashendel in de stationair positie zetten.
3. Vergrendelen van de handrem.
4. Contact naar links draaien.
5. Accu-scheidingsschakelaar (optie) activeren.
•
Voor het starten van de motor moet de bestuurdersstoel zijn
bezet.
•
De bestuurdersstoel kan worden verlaten, zonder dat de motor
stopt, wanneer:
o
handrem is aangetrokken.
o
maaiwerk is uitgeschakeld.
Inbedrijfname, werken met de machine
53
Advertenties
Inhoudsopgave
