Productbeschrijving
6.1.3
Bedieningselementen
40
(1) Instelhendel motortoerental
®
Voor het starten en uitschakelen van de motor een laag
toerental instellen.
®
Tijdens het werken het maximale toerental instellen.
(2) Bak leegmaken
®
Om de bak leeg te maken, de handel naar achteren trekken om
deze in de werkpositie te brengen, hendel naar voren drukken.
(3) Bak omhoog/omlaag
®
Om de bak op te tillen, hendel naar achteren trekken, voor het
neerlaten hendel naar voren drukken.
(4) Maaiwerk heffen/neerlaten/zweefstand borgen
®
Maaiwerk optillen ® Hendel naar achteren trekken.
®
Maaiwerk neerlaten ® Hendel naar voren drukken.
®
Maaiwerk onder in de zweefstand borgen ® Het maaiwerk kan
zich zo aan de oneffenheden van de bodem aanpassen.
(5) Maaiwerk inschakelen
®
Om het maaiwerk rustig te starten, kiest u een gemiddeld
motortoerental in het groene gebied van de sticker naast de
instelhendel (1).
®
De startschakelaar (5) kort indrukken om het maaiwerk te
starten.
®
Wacht tot het maaiwerk volledig is opgestart.
®
Het motortoerental mag pas worden verhoogd, wanneer het
maaiwerk volledig is opgestart.
®
Deze schakelaar wordt gedeactiveerd, wanneer de bak wordt
opgetild.
BAF0012.14 03.23