Inbedrijfname, werken met de machine
7
Inbedrijfname, werken met de machine
7.1
Veiligheidsinrichtingen
7.1.1
Veiligheidsschakelaar
48
WAARSCHUWING
Risico's door vastgrijpen en opwikkelen en risico's door
wegslingeren van gegrepen voorwerpen in de gevarenzone van
het aangedreven maaiwerk!
•
Zorg ervoor dat niet betrokken personen voldoende
veiligheidsafstand houden van de gevarenzone van de machine.
•
Het rijden met opengeklapte maaiwerkafdekking is verboden.
•
Het inschakelen van het maaiwerk met opengeklapte
maaiwerkafdekking is verboden.
De maaier is met 5 veiligheidschakelaars uitgerust:
• Een veiligheidsschakelaar op de motor voor het uitschakelen van het
maaiwerk, zodra de temperatuur van de motor tot boven 110 °C
toeneemt (zie hoofdstuk 9.2.3).
• Een veiligheidsschakelaar onder de stoel voor het afschakelen van de
motor, zodra de bestuurder de stoel verlaat en de handrem niet is
aangetrokken.
• Een veiligheidsschakelaar op de bak voor het uitschakelen van de
motor, wanneer de bak wordt opgetild, terwijl het maaiwerk nog is
ingeschakeld.
• Een veiligheidsschakelaar (1) op het deksel van de bak voor het
uitschakelen van het maaiwerk zodra de opvangbak compleet is
gevuld.
• Een veiligheidsschakelaar onder het maaiwerk voor uitschakelen van
de elektromagnetische koppeling, zodra de vijzels zijn geblokkeerd of
stil blijven staan.
BAF0012.14 03.23