Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers
Met deze camera kunt u de flitssterkte alleen maar goed instellen voor flitsers die geschikt
zijn voor deze camera, en dus niet voor andere soorten flitsers. Om gebruik te maken van
een andere in de handel verkrijgbare flitser, monteert u deze in de flitsschoen of verbindt
u het synchronisatiesnoer met de connector voor de externe flitser. Stel op de camera de
fotografeerstand in op M. Voor meer informatie over in de handel verkrijgbare flitsers die
niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld, raadpleegt u "In de handel verkrijgbare flitsers
die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld" (gBlz. 81).
1
Schuif het kapje uit de flitsschoen om de
externe flitser te kunnen bevestigen.
2
Selecteer de fotografeerstand M (Manual)
en stel vervolgens de diafragmawaarde en
de sluitertijd in.
• Zet de sluitertijd op 1/250 sec. of langzamer. Bij snellere
sluitertijden zijn andere, in de handel verkrijgbare flitsers
onbruikbaar.
• Bij een lange sluitertijd is de kans op onscherpe
foto's groter.
3
Schakel de flitser in.
• Zorg dat u de flitser pas inschakelt zodra deze op
de camera is bevestigd.
4
Stel op de camera de ISO- en diafragmawaarde
zó in dat die overeenkomen met de instelling
van de flitser.
• Raadpleeg de handleiding van de flitser over mogelijke instellingen.
x
Opmerkingen
• De flitser ontsteekt telkens als u de ontspanknop (helemaal) indrukt. Als u de flitser even niet
wenst te gebruiken, schakelt u de flitser gewoon uit.
• Controleer vooraf of de gebruikte flitser wel gesynchroniseerd is met de camera.
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld
1) Voor bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers is een spanning van 250V of meer vereist
voor de synchronisatieconnector. Als u dergelijke flitsers gebruikt, kan de camera
beschadigd raken of niet goed werken. De fabrikant van de flitser kan u de nodige
technische gegevens meedelen voor de connector voor de flitssynchronisatie.
2) Bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers hebben een synchronisatieconnector met
omgekeerde polariteit. Dit soort flitsers kunt u niet op deze camera gebruiken. Neem
contact op met de fabrikant van de flitser.
3) Om flitsopnamen te kunnen maken, moet u de externe flitser kunnen instellen. Als u de
externe flitser in de stand Automatisch gebruikt, stelt u op de flitser en de camera dezelfde
waarden in voor het diafragma (F-waarde) en de lichtgevoeligheid (ISO).
4) Zelfs als de F-waarde en de ISO-gevoeligheid overeenkomen, is het mogelijk dat opnamen
toch niet altijd correct worden belicht. In dat geval past u de autofocuswaarde of ISO op de
flits aan of berekent u de afstand in de handmatige modus.
5) Gebruik een flitser met een openingshoek die overeenkomt met de brandpuntsafstand van
de lens. Bij een gewone kleinbeeldcamera is de brandpuntsafstand van een lens ongeveer
tweemaal zo groot als van een lens met dezelfde vergrotingsfactor die speciaal voor deze
camera is ontwikkeld.
6) Gebruik geen flitser of extra TTL-flitser die over nog meer communicatiefuncties beschikt
dan die in de door ons aanbevolen flitsers, aangezien het zou kunnen dat deze flitser niet
alleen niet normaal functioneert maar ook nog eens de camera-elektronica beschadigt.
Flitsschoendekseltje
Externe flitserconnector
5
81
NL