Download Print deze pagina

Olympus E-30 Handleiding pagina 106

Advertenties

Het verschil in de aanpassingswaarde vergelijken:
j U kunt de lichtbakweergave gebruiken om de aanpassingswaarden te vergelijken.
De aanpassingswaarden worden ook weergegeven tijdens de lichtbakweergave.
g"Lichtbakweergave" (Blz. 83)
Twee soorten aanpassingswaarden vastleggen (met het brandpunt van de lens voor
en achter het onderwerp):
j U kunt verschillende aanpassingswaarden voor dezelfde lens vastleggen. Selecteer de
aanpassingswaarde die tijdens het fotograferen moet worden toegepast, met het scherm
[DATA LIST].
Twee lenzen van hetzelfde type individueel vastleggen:
j U kunt hetzelfde type lens verschillende keren individueel vastleggen.
AF-kaders specificeren en vastleggen, of de aanpassingswaarden vastleggen voor
de groothoek- en telerichtingen van de zoom:
j In het scherm [LENS DATA SET] drukt u op d om de volgende instellingen uit te voeren.
• U kunt individuele AF-kaders specificeren en elk AF-kader aanpassen. Normaal gesproken
zijn de aanpassingswaarden voor alle AF-kaders vastgelegd.
• U kunt verschillende aanpassingswaarden vastleggen voor de groothoek- en telerichtingen
van de zoom. Normaal gesproken is de aanpassingswaarde voor de telerichting vastgelegd.
EXPOSURE SHIFT
U kunt de standaardwaarde voor de optimale belichting voor elke lichtmeetmethode aanpassen
volgens uw voorkeur. Instelling is mogelijk in stappen van 1/6 EV in een bereik van –1.0 EV
tot +1.0 EV.
x
Opmerkingen
• De belichtingscorrectie kan worden ingesteld van –5.0 EV tot +5.0 EV. Door [EXPOSURE
SHIFT] in te stellen, wordt het bereik beperkt van de richting waarin de standaardwaarde
wordt aangepast.
• U kunt de waarde voor de belichtingsverschuiving niet controleren tijdens het fotograferen.
Voor normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de belichtingscorrectie.
g"Belichtingscorrectie" (Blz. 47)
7
BATTERY TYPE
De kenmerken van AA-batterijen zijn afhankelijk van het batterijtype en van het merk.
Als u de optionele reservebatterijhouder (HLD-4) met AA-batterijen gebruikt, kunt u het
batterijspanningsniveau van de batterijspanningsindicator instellen volgens de
batterijkarakteristieken. Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
[b]
Dit is de standaardinstelling voor de karakteristieken van AA-alkalinebatterijen,
Oxyride-batterijen en lithiumbatterijen.
[c]
Het waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [b].
[d]
Het waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [c].
• Om de reservebatterijhouder op de camera te bevestigen, verwijdert u het
batterijklepje van de camera, zoals rechts aangegeven.
x
Opmerkingen
• Afhankelijk van de status van de gebruikte batterijen werkt deze functie eventueel niet goed.
• Het aantal foto's dat u kunt maken, neemt toe in de volgorde [b] [c] [d]; het is echter
mogelijk dat u geen foto's meer kunt maken zonder een waarschuwingsindicatie.
106
NL
2
1

Advertenties

loading