TIPS
De foto is onscherp:
j Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt
waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd,
of gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.
j Als de sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van de
camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator. g"Beeldstabilisator" (Blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g"EV STEP" (Blz. 100)
De diafragmawaarde knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie "Waarschuwingsindicatie
belichting" (gBlz. 134).
2
Handmatig fotograferen (Manual)
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel het
afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsmeter te gebruiken. Hierbij hebt u creatief de
vrije hand, zowel qua instellingen als qua belichting.
Stel de functieknop in op M en draai de regelaar om de
waarde in te stellen.
Diafragmawaarde: draai de
hoofdregelaar om de waarde
in te stellen.
• Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype.
• De sluitertijd kan worden ingesteld tussen 1/8.000 – 60 sec. of [BULB].
• In de M-stand verschijnt de belichtingsmeter op het superbedieningspaneel. Het geeft het verschil
aan (binnen een bereik van –3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens uw huidige instelling
(diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera die heeft berekend. Als het
verschil groter is dan ±3 EV, knippert de volledige indicator.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze
verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet aan
licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur in het
beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement doen stijgen. Dit kan ook
gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen.
Om deze ruis te reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking.
44
g"Ruisonderdrukking" (Blz. 72)
NL
Sluitertijd: Gebruik de subregelaar
om de waarde in te stellen.
Onderbelichting
Overbelichting
Optimale belichting