Een foto maken met [IMAGER AF]
1
Druk de ontspanknop half in.
• Zodra de camera heeft scherpgesteld, stoppen het
AF-teken en het AF-kader met knipperen.
2
Maak een foto door de ontspanknop helemaal
in te drukken.
1
Een foto maken met [AF SENSOR]
1
Druk de ontspanknop helemaal in.
• De spiegel gaat naar beneden en de foto wordt gemaakt
zodra de scherpstelling wordt vastgehouden.
• Het beeld dat op de monitor wordt weergegeven voordat
de spiegel naar beneden gaat, bevriest tijdens de
scherpstelling.
• Als er niet correct kan worden scherpgesteld, hoort u het
geluid van de sluiter maar wordt er geen foto gemaakt.
• Om vooraf scherp te stellen, houdt u knop AEL / AFL
ingedrukt en drukt u de ontspanknop in. Zodra de camera
heeft scherpgesteld, stopt het AF-teken met knipperen.
Zolang het AF-teken knippert, is de camera nog niet klaar
met scherpstellen.
Een foto maken met [HYBRID AF]
1
Druk de ontspanknop half in.
• De Imager AF wordt ingeschakeld en u kunt het
onderwerp op de LCD-monitor controleren.
• Zodra de Imager AF bij benadering scherpstelt,
stopt het n-teken met knipperen.
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
• De foto wordt gemaakt op een gelijkaardige manier
als bij [AF SENSOR].
Foto's maken terwijl u de hoek van de LCD-monitor wijzigt
U kunt de hoek van de LCD-monitor op de camera
wijzigen. Op die manier kunt u in een moeilijke hoek
fotograferen terwijl u de kadrering van het onderwerp
op de LCD-monitor controleert.
• Draai de LCD-monitor langzaam binnen het toegelaten
bereik.
36
NL
AF-teken
250 F5.6
250
F5.6
I - AF
3 8
3 8
Autofocusteken
AF-teken
250 F5.6
250
F5.6
3 8
3 8
n-teken
250
250 F5.6
F5.6
o
3 8
3 8
270°
L N
N
L N
N
L N
N