TIPS
Bij weinig licht kan de camera in een AF-stand soms moeilijk automatisch scherpstellen:
j De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Op die manier kunt u gemakkelijker
scherpstellen als er weinig licht is en u de AF-stand gebruikt. g"AF ILLUMINAT." (Blz. 93)
Als u snel wenst om te schakelen van de AF-stand naar MF:
j Als u [MF] vastlegt onder de knop <, kunt u op de knop < drukken om naar de MF-stand
te gaan. g"; FUNCTION" (Blz. 96)
Als u ook wenst te fotograferen als het onderwerp niet scherpgesteld is:
j Zie "RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C" (gBlz. 97).
Als u niet wenst dat het AF-kader in de zoeker wordt weergegeven als scherpgesteld is
op het onderwerp:
j Het AF-kader in de zoeker wordt rood als het onderwerp scherp staat. U kunt instellen dat het
AF-kader niet verschijnt. g"AF AREA POINTER" (Blz. 93)
C-AF (continu scherpstellen)
3
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half ingedrukt blijft. Als het
onderwerp zich verplaatst, blijft de camera de scherpstelling continu aanpassen (Predictive
AF). Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto, de camera
blijft bezig met scherpstellen.
Druk de ontspanknop half in en blijf hem in deze stand houden.
• Zodra de camera klaar is met scherpstellen, stopt het AF-teken met knipperen.
• Het AF-teken licht niet meer op, ook al is de scherpstelling in orde.
• De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Ook al beweegt het onderwerp, en zelfs als u de
compositie van de foto wijzigt: de camera blijft steeds bezig met scherpstellen.
• U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen. U hoort deze pieptoon niet meer na
de derde keer scherpstellen in de stand continu AF, ook al is er goed scherpgesteld.
TIPS
De camera stelt scherp op iets dat voor het onderwerp passeert:
j U kunt de camera zo instellen, dat de scherpstelling niet wordt gewijzigd, zelfs als de afstand tot
het onderwerp wijzigt. g"C-AF LOCK" (Blz. 93)
MF (handmatig scherpstellen)
Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk onderwerp.
Stel scherp met de scherpstelring.
TIPS
De draairichting van de scherpstelring wijzigen.
j U kunt de draairichting van de scherpstelring naar eigen voorkeur instellen: rechtsom of juist
linksom naar de stand oneindig. g"FOCUS RING" (Blz. 93)
Bevestiging of daadwerkelijk is scherpgesteld op het onderwerp (scherpstelhulp):
j Als u de lens handmatig scherpstelt op een onderwerp (door de scherpstelring te verdraaien), stopt
het AF-teken met knipperen zodra uw scherpstelling overeenkomt met de autofocusmeting van
de camera. Als B is ingesteld met [AF AREA], licht het AF-teken op zodra in het middelste
54
AF-kader is scherpgesteld op het onderwerp.
NL
)
Dichtbij
Scherpstelring