Onderhoud
10.7 Demontage van het verwarmingslichaam
10.8 Nazicht van de elektroden
78
Indien het verwarmingslichaam volledig moet gedemonteerd wor-
den, de volgende werkwijze opvolgen:
• De brander moet gedemonteerd worden.
• De aanvoer- en retourkraan van de verwarmingskring dicht-
draaien en de ketel laten leeglopen.
• De stekkers van de vertrek- en retourvoelers uittrekken.
• De draadkoppeling van de aanvoer- en retourleiding op het ver-
warmingslichaam losdraaien.
• Kabel van waterdrukwachter verwijderen
• Verbind pompenkraanwerk losmaken en de buis demonteren
• Retourbuis losmaken
• Stekker van gasblok nemen, gasblok losmaken en uitbouwen.
• Verbindingsleiding tussen warmtewisselaar en condensschaal
losmaken
• Aansluitmof van de rookgasafvoer naar boven duwen
• Moeren van de condensschaal losmaken, beugel openen en con-
densschaal uitbouwen
• Snelontluchter demonteren
• Moeren van rugwand losmaken, warmtewisselaar van wand af-
nemen en eruit nemen.
• Voor het reinigen, het verwarmingslichaam met klaar water
spoelen (zonder additieven).
Bij het einde van het onderhoud
• Na het onderhoud, het verwarmingslichaam en de brander her-
monteren.
• Het nominaal thermisch vermogen controleren en een verbran-
dingscontrole uitvoeren.
Ontstekingselektrode
Teneinde een invloed op de ontsteking ionisatiestroom te vermij-
den,
• e ontstekingselektrode moet slechts in de rand van de vlam ste-
ken.
• de ontstekingsvonk mag niet op de ionisatie elektrode over-
slaan.
De stand en de afstand tussen de elektroden aan de hand van de
schets Fig. 26 23 controleren.
Ionisatie elektrode
De ionisatie elektrode moet steeds in contact met de vlam zijn.
Gedurende werking van de brander is de gemeten ionisatiestroom:
– bij een minimaal vermogen > 5 µA DC (omschakeldrempel bij
1,7 µA DC)
– bij een maximaal vermogen > 10 µA DC
Voor de meting de stekker van de branderautomaat verwijderen en
een ampèremeter tussen deze stekker en de elektrode aansluiten.
AUGUST BRÖTJE GmbH