ConfigRG1
(6240)
Voorrang drinkwater
Vorstbev installatie
Bedrijfsmodus van de ver-
warmingskring bij actieve
modemfunctie
Apparaatadres
(6600)
SW diagnosecode
(6705)
BA stoorstandfase
Melding
(7001)
WGB 50/70 D en 90/110 C
ingestelde "type constructie" van het gebouw.
Voorbeeld waarden:
40 voor gebouwen met dikke muren of met een externe isolatie.
20 voor gebouwen van normale constructie.
10 voor gebouwen van lichte constructie.
Bit-instellingen
Men mag uitsluitend de vermelde instellingen wijzigen. Schrijf ie-
dere verandering op!
Alle overige bit-instellingen mogen niet worden veranderd!
RG1.0 = 0 en RG1.1 = 0: voorrang absoluut
RG1.0 = 0 en RG1.1 = 1: geen voorrang
RG1.0 = 1 en RG1.1 = 0: glijdend
RG1.4 = 0: Vorstbev installatie UIT
RG1.4 = 1: Installatievorstbeveiliging IN
RG1.7 = 0: Standby-bedrij
RG1.7 = 1: Gereduceerd-bedrijf
LPB
Het actuele LPB-apparatuuradres wordt weergegeven.
Fout
Indien het symbool
storing en kan het storingsbericht met behulp van de infotoets op-
gevraagd worden.
In geval van storing, is de foutme l ding permanent. Daarbij geeft de
foutmelding de diagnostiekcode weer (Zie hoofdstuk Onderhoud,
tabel foutmeldingen).
Fase gedurende welke de fout de storing teweeggebracht heeft.
(zie pagina 74, Dienstfasen van de hoofdprint LMU)
Onderhoud/service
Meldingen welke onderhoudswerken vragen. De volgende redenen
kunnen de verschijning van een onderhoudsmelding tot gevolg
hebben:
– Overschrijding in branderwerkingsuren van de voorziene perio-
de sinds het laatste onderhoud
– Overschrijding van de periode voorzien bij de indienststelling
sinds het laatste onderhoud.
– Overschrijding van het aantal maanden sinds het laatste onder-
houd
– De ionisatiestroom is te laag
Bij het verschijnen van de melding moet men de installateur ver-
wittigen.
Indien nodig kan de installateur aan de gebruiker de onderhouds-
code vragen om de onderhoudsredenen te bepalen. Zo is het mo-
gelijk de onderhoudsbeurt voor te bereiden.
op het display verschijnt is er ergens een
Programmering
67