8.11
Instellingen bij niet vermelde meststoffen
De instellingen voor meststoffen die niet in de strooitabel zijn vermeld, kunt u be-
palen met de praktijktestset (speciale uitrusting).
Ter bepaling van de instellingen voor niet vermelde meststofsoorten, gelieve de
bijkomende handleiding voor de praktijkproefset eveneens in acht te nemen.
Voor een snelle controle van de strooierinstellingen bevelen wij de opstelling
voor één passage aan.
Voor een preciezere bepaling van de strooierinstellingen bevelen wij de opstel-
ling voor drie passages aan.
8.11.1
Voorwaarden en omstandigheden
De vermelde voorwaarden en omstandigheden gelden zowel voor één als voor
drie passages.
Let in het belang van zo onvervalst mogelijke resultaten op het naleven van
deze voorwaarden.
Test op een droge, windstille dag uitvoeren, opdat de weersomstandighe-
den het resultaat niet beïnvloeden.
Als testvlak adviseren wij een in beide richtingen horizontaal terrein. De
rijsporen mogen geen uitgesproken groeven of verhogingen hebben, want
daardoor kan een verplaatsing van het strooibeeld optreden.
Test oftewel op een vers gemaaide weide of bij lage plantengroei (max. 10 cm)
op het veld uitvoeren.
Algemene inbedrijfstelling (alle machinetypes)
LET OP
LET OP
8
79