8.10.2
Correctie van de strooibreedte
De gegevens van de insteltabel zijn richtwaarden. Bij afwijkingen van de mest-
stofkwaliteit kan een correctie van de instelling vereist zijn.
Bij geringe afwijkingen volstaat meestal een correctie van de geleidingsplaten.
Ter verkleining van de strooibreedte ten opzichte van de instelling luidens
insteltabel: Geleidingsplaatpositie aan de cijferschaal in de richting van de
kleinere cijferwaarde wijzigen.
Ter vergroting van de strooibreedte ten opzichte van de instelling luidens in-
steltabel: Geleidingsplaatpositie aan de cijferschaal in de richting van de gro-
tere cijferwaarde wijzigen.
Bij sterkere afwijkingen de TELIMAT-behuizing langs de letterschaal verschuiven:
Ter verkleining van de strooibreedte ten opzichte van de instelling luidens
insteltabel: TELIMAT aan de letterschaal in de richting van de kleinere letter
(die eerder in het alfabet komt) wijzigen.
Ter vergroting van de strooibreedte ten opzichte van de instelling luidens in-
steltabel: TELIMAT aan de letterschaal in de richting van de grotere letter
(die later in het alfabet komt) wijzigen.
Grensstrooien bij werkbreedten 12 - 50 m:
Voor optimalisering van het strooibeeld strekt het tot aanbeveling, op de grens-
strooizijde de hoeveelheid met 20 % te reduceren.
8.10.3
Instructies voor het strooien met TELIMAT
U stelt de voor het desbetreffende strooitype voorziene positie van de TELIMAT
middels een enkelvoudig functionerend stuurventiel vanuit de trekker in.
Grensstrooien: onderste positie
Normaal strooien: bovenste positie
Algemene inbedrijfstelling (alle machinetypes)
LET OP
n VOORSICHTIG
Strooifouten door niet bereikte eindpositie van TELIMAT
Bevindt zich TELIMAT niet volledig in de desbetreffende eindposi-
tie, dan kunnen zich strooifouten voordoen.
Zich ervan vergewissen dat TELIMAT zich steeds in de
juiste eindpositie bevindt.
Bij de wissel van grens- naar normaal strooien het stuurven-
tiel zo lang bedienen totdat TELIMAT zich volledig in de
bovenste eindpositie bevindt.
Bij langere grensstrooiwerkzaamheden (naargelang de toe-
stand van uw stuurapparaat) van tijd tot tijd het stuurventiel
bedienen en daarmee TELIMAT weer in de eindpositie
brengen.
8
77