B
Strooibedrijf
B.6
Afdraaiproef
K
B.6.1
Streef-strooihoeveelheid bepalen
D
R
C
Q
W
EMC
134
De machine van variant M EMC regelt automatisch die strooihoeveelheid voor
elke zijde. Een afdraaiproef is derhalve overbodig.
Bij de machinevarianten Q/W voert u de afdraaiproef aan de bedieningsunit uit.
De afdraaiproef wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningsunit be-
schreven. Deze gebruiksaanwijzing is een bestanddeel van de bedieningsunit.
Voor een exacte controle van de bemesting adviseren wij bij iedere meststofwis-
sel een afdraaiproef uit te voeren.
Voer de afdraaiproef uit:
Vóór de eerste keer strooien.
Als de kwaliteit van de meststof sterk veranderd is (vocht, hoog stofaandeel,
korrelbreuk).
Als er een nieuwe soort meststof wordt gebruikt.
De afdraaiproef moet bij lopende aftakas bij stilstand of tijdens het rijden op een
testtraject worden uitgevoerd.
Bepaal vóór aanvang van de afdraaiproef de streef-strooihoeveelheid.
Precieze rijsnelheid bepalen
Voorwaarde voor de bepaling van de streef-strooihoeveelheid is kennis van de
precieze rijsnelheid.
1. Met half gevulde machine een 100 m lang traject op het veld afleggen.
2. De daartoe benodigde tijd stoppen.
3. De precieze rijsnelheid aan de schaal van de calculator voor de afdraaiproef
aflezen.
Afb. 7:
Schaal voor bepaling van de precieze rijsnelheid
LET OP
LET OP