C
Onderhoud en reparatie
C.4
Instelling doseerschuif kalibreren
K
D
R
C
Q
W
EMC
118
Controleer vóór ieder strooiseizoen, eventueel ook tijdens het strooiseizoen, de
instelling van de doseerschuiven op gelijkmatig openen.
Gevaar voor beknelling en snijwonden door onafhankelijk be-
diende onderdelen
Bij werkzaamheden aan onderdelen die onafhankelijk worden
bediend (verstelhendels, doseerschuiven) bestaat gevaar voor
beknellen en snijden.
Let bij alle kalibreerwerkzaamheden op de afschuivingsplaatsen
van doseeropening en doseerschuiven.
Motor van de trekker uitzetten.
Contactsleutel verwijderen.
Stroomtoevoer tussen trekker en machine scheiden.
Bedien tijdens de kalibreerwerkzaamheden de hydraulische
doseerschuif nooit ofte nimmer.
Voorwaarden:
Het mechanisme moet vrij kunnen bewegen.
Variant K en R: de terughaalveer hangt uit.
De hydraulische cilinder hangt uit.
Controleren (voorbeeld linker machinezijde):
1. Een bout voor de onderste
hefarm met een diameter
van 28 mm nemen en deze
centraal in de doseerope-
ning steken.
2. De doseerschuif tegen de bout schuiven en deze positie vastzetten door de
vaststelschroef aan te spannen.
De aanslag aan de onderste schaal (doseerschaal) staat op schaalwaar-
de 85. Indien de positie niet klopt, stelt u de schaal opnieuw in.
n WAARSCHUWING
Afb. 25: Bout voor de onderste hefarm in do-
seeropening