Inhoudsopgave
Advertenties
B
Strooibedrijf
K
D
R
C
Q
W
172
5. Stel de doseerschuifstop in op de schaalwaarde uit de strooitabel.
Gevaar voor letsel door roterende machinedelen
Roterende machinedelen (cardanas, naven) kunnen lichaamsde-
len of voorwerpen grijpen en naar binnen trekken. Aanraking van
draaiende machinedelen kan leiden tot kneuzingen, schaafwon-
den en beknellingen.
Bij draaiende machine buiten het bereik van de draaiende
naven blijven.
Bij draaiende cardanas de doseerschuiven altijd enkel van-
uit het trekkerzitje bedienen.
Alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.
6. Opvangbak onder de linker
uitloop zetten.
7. Trekker starten.
8. Stel het toerental van de aftakas in volgens de gegevens in de strooitabel.
9. De linker doseerschuif gedurende de voorafgaandelijk vastgelegde afdraai-
proeftijd openen vanuit het trekkerzitje.
10. De doseerschuif na deze tijd weer sluiten.
11. Meststofgewicht bepalen (houd rekening met het leeggewicht van de opvang-
bak).
12. Vergelijk de reële hoeveelheid met de gewenste hoeveelheid.
Reëel uitloopvolume = gewenst uitloopvolume: strooihoeveelheidsstop
correct ingesteld. Afdraaiproef beëindigen.
Reële strooihoeveelheid < streef-strooihoeveelheid: Stel de strooihoeveel-
heidsstop in op een hogere positie en herhaal de afdraaiproef.
Reële strooihoeveelheid > streef-strooihoeveelheid: Stel de strooihoeveel-
heidsstop in op een lagere positie en herhaal de afdraaiproef.
n WAARSCHUWING
Afb. 13:
Afdraaiproef uitvoeren
Advertenties
Inhoudsopgave
