C
Onderhoud en reparatie
C.6
Afgiftepuntinstelling kalibreren
K
D
R
C
Q
W
EMC
154
De verandering van het afgiftepunt dient voor de precieze afstelling van de werk-
breedte en de aanpassing aan verschillende soorten meststof.
Controleer vóór ieder strooiseizoen, eventueel ook tijdens het strooiseizoen (bij
ongelijkmatige verdeling van meststof), de instelling van het afgiftepunt.
Het afgiftepunt wordt middels de bovenste schaal ingesteld.
Afb. 24: Afgiftepuntinstelling controleren
Controleren:
Het afgiftepunt moet aan weerszijden gelijk ingesteld zijn. Controleer derhalve
steeds beide instellingen.
1. Afgiftepunt op positie 6 zetten.
2. Uitloop met borstels aan beide openingen demonteren.
3. Beide kunststof hendels (roerwerkaandrijving) losmaken en naar onderen
schuiven totdat de vertanding van de roerwerkassen goed zichtbaar is.
4. Een geschikt dun snoer in de rijrichting achteraan aan de vertanding van de
roerwerkassen leggen en aanspannen.
De driehoeksmarkering aan de bodemplaat moet met het gespannen
snoer overeenstemmen.
Stemt de markering niet met het snoer overeen, dan stelt u het afgiftepunt
opnieuw in.
5. Enkel voor machine met VariSpread: Afgiftepuntposities met de bedienings-
unit opnieuw kalibreren.
Gelieve hiervoor de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de bedienings-
unit onder het hoofdstuk 'Test/diagnose' te volgen.
LET OP
LET OP