C
Onderhoud en reparatie
C.1
Veiligheid
Let op de waarschuwingen in het hoofdstuk
Let in het bijzonder op de aanwijzingen in het gedeelte
paratie, pagina
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra
gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen.
Voer derhalve onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aan-
dacht uit. Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren.
Neem zeer goed nota van de volgende aanwijzingen:
Alleen vakpersoneel mag laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de
elektrische en hydraulische installatie uitvoeren.
Bij werkzaamheden aan de opgeheven machine bestaat kantelgevaar. Be-
veilig de universele strooier altijd door geschikte stutelementen.
Om de machine met een hefwerktuig op te tillen, steeds beide ringogen in het
reservoir gebruiken.
Bij onderdelen die onafhankelijk worden bediend (verstelhendels, doseer-
schuiven) bestaat gevaar voor beknellen en snijden. Let er bij het onder-
houd op dat zich niemand in de zone van de bewegende delen bevindt.
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vast-
gelegde technische eisen. Dit is bijv. gewaarborgd door originele reserveon-
derdelen.
Vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en bij het ver-
helpen van een storing de motor van de trekker uitschakelen en wachten tot
alle bewegende onderdelen van de machine stilstaan.
Door de besturing van de machine met een bedieningsunit kunnen bijkomen-
de risico's en gevaren door toedoen van onafhankelijk werkende onderdelen
optreden.
-
-
Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
een geïnstrueerde en erkende werkplaats.
11.
Stroomtoevoer tussen trekker en machine scheiden.
Stroomtoevoerkabel van de batterij scheiden.
Onderhoud en reparatie
LET OP
3: Veiligheid, pagina
3.8: Onderhoud en re-
C
5.
K
D
R
C
Q
W
EMC
115