8
Algemene inbedrijfstelling (alle machinetypes)
8.12
Machine parkeren en ontkoppelen
De machine kan op het frame of de parkeerrollen (speciale uitrusting) veilig ge-
parkeerd worden.
Voorwaarden voor het parkeren van de machine:
Machine enkel op effen, vaste ondergrond parkeren.
Machine enkel met leeg reservoir parkeren.
Koppelingspunten (onderste/bovenste hefarm) ontlasten vóór het afbouwen
van de machine.
Cardanas, hydraulische slangen en elektrische kabels na het ontkoppelen op
de daartoe voorziene houders leggen.
Afb. 8.32: Wegleggen van de kabels en hydraulische slangen
[1] Houder slangen en kabels
[2] Houder cardanas
86
n GEVAAR
Beknellingsgevaar tussen trekker en machine
Personen die zich tijdens het parkeren of ontkoppelen tussen trek-
ker en machine bevinden, verkeren in levensgevaar.
Alle personen uit de gevarenzone tussen trekker en
machine wegsturen.
1
2