8.9 Borging van de schroeven
De schroeven worden geborgd, nadat de orthese vervaardigd en gepast is en voordat deze aan de patiënt wordt
overhandigd.
1 Draai de schroeven van de dekplaat (afb. 15) weer los nadat u gecontroleerd hebt of alles licht loopt, en
verwijder deze uit de dekplaat.
2 Giet een kleine druppel LOCTITE® 243 middelvast op de schroefdraad van de schroeven.
3 Borg de schroeven van de dekplaat (afb. 15) met het bij de systeembreedte passende draaimoment.
4 Laat de lijm uitharden (na ca. 24 uur volledig vast).
Schroeven voor dekplaat
Persschroef voor de dekplaataanpershulp
Verzonken schroef met ronde binnenzeskant
(S1)
Verzonken schroef met ronde binnenzeskant
(asschroef, S2)
De schroeven van de dekplaat zijn bij levering niet geborgd met het noodzakelijke draaimoment. De
informatie over de draaimomenten vindt u ook in de verlagingen van de dekplaat.
9. Instelmogelijkheden bij de orthese
De orthese kan met instelbare systeemenkelgewrichten individueel aan de
behoeften van de patiënt worden aangepast. De beschreven instellingen be-
invloeden elkaar onderling niet en kunnen onafhankelijk van elkaar worden
uitgevoerd.
Let op de correcte instelling van de dorsaalaanslag bij de montage
van het systeemenkelgewricht. Deze is beslissend voor de gehele
opbouw van de orthese.
9.1 Instelbare opbouw
Met de opbouwinstelschroef (1; afb. 22) kan de opbouw van de orthese
worden aangepast. Draai de opbouwinstelschroef erin of eruit om de hoek
tussen onderbeen en voet te wijzigen (afb. 23). Let erop dat u niet meer dan
10° bijstelt. Span de veereenheid niet voor, omdat dit de maximaal mogelijke
bewegingsvrijheid beperkt en tot schade aan het systeemgewricht kan
leiden.
Systeembreedte
10 mm
12 mm
2,5 Nm
4 Nm
2,5 Nm
4 Nm
1,5 Nm
3 Nm
14 mm
16 mm
6 Nm
6 Nm
6 Nm
6 Nm
4 Nm
4 Nm
4
20 mm
6 Nm
6 Nm
4 Nm
1
2
3
Afb. 22
Afb. 23
15