8.7 Montage van de SPRING-bouwgroep
NEURO CLASSIC-SPRING, NEURO VARIO-SPRING 2
Voor systeemenkelgewrichten zonder SPRING-bouwgroep slaat u deze stappen
over en gaat u door met de montage bij hoofdstuk 8.8.
1 Steek de kogel (1) in de bout (2; afb. 20).
2 Plaats de systeemcomponenten in het veerkanaal.
3 Plaats de drukveer (3) in het veerkanaal.
4 Schroef de drukschroef (4) stevig erin. Daardoor wordt de bouwgroep in de
dekplaat bevestigd.
8.8 Montage van de schroefeenheid NEURO
VARIO-CLASSIC 2, NEURO VARIO 2,
NEURO VARIO-SPRING 2, NEURO VARIO-SWING
Voor systeemenkelgewrichten zonder schroefeenheid slaat u deze stappen over
en gaat u door met de montage bij hoofdstuk 8.9.
1 Zet de aanslagdemper/O-ring-demper (6) en de glijbus (7) met de zui-
ger (5) in elkaar (afb. 20). Let er daarbij op dat de glijbus correct op de
zuiger zit (afb. 19).
2 Steek de drukveer (8) erop.
3 Schuif de zuiger (5) met de gemonteerde systeemonderdelen (6, 7, 8) in
het veerkanaal.
4 Schroef de opbouwinstelschroef (9; afb. 20) in het veerkanaal (afb. 21).
De drukveer moet in de gewenste dorsaalextensie volledig gecomprimeerd
zijn.
5 Zorg ervoor dat het systeemgewricht binnen de graadmarkering is uitgelijnd.
Schroef de drukschroef er voorzichtig in of uit om te voorkomen dat de drukveer er per ongeluk
uitspringt.
14
9
8
7
6
5
Afb. 20
Afb. 21
4
3
2
1