Wanneer de O-ring van de schroefeenheid nog zichtbaar is, nadat u de veereenheid in het systeem-
gewricht hebt geschroefd, controleert u de instelling van het systeemgewricht en neemt u eventueel
contact op met de technische support.
3 Let erop dat er geen sprake is van speling in het systeemgewricht. Controleer dit door het systeemgewricht
licht in ap-richting te bewegen.
4 Zorg ervoor dat het systeemgewricht binnen de graadmarkering is uitgelijnd.
8.6 Montage van de veereenheden NEURO SWING 2
1 Zet de aanslagdemper/O-ring-demper (2) en de glijbus (3) met de zui-
ger (1) in elkaar (afb. 18). Let er daarbij op dat de glijbus correct op de
zuiger zit (afb. 19).
2 Steek de drukveer (4) erop.
3 Schuif de zuiger (1) met de gemonteerde systeemonderdelen (2, 3, 4) in
het veerkanaal.
4 Steek de schroefeenheid (6) op de veereenheid (5).
5 Schroef de bouwgroep voor de dorsaalextensie zo ver in het voorste
veerkanaal, totdat de gewenste opbouw van de orthese is gerealiseerd. De
O-ring mag hierbij niet meer zichtbaar zijn. De drukveer (4) moet volledig
gecomprimeerd zijn.
6 Schroef de bouwgroep voor de plantairflexie zo ver in het achterste
veerkanaal, totdat deze de systeemvoetbeugel raakt. De O-ring mag hierbij
niet meer zichtbaar zijn. De drukveer (4) moet volledig gecomprimeerd zijn.
U voelt dan een licht verhoogde draaiweerstand. Span de veereenheden (5)
niet voor.
Wanneer de O-ring van de schroefeenheid nog zichtbaar is nadat
u de veereenheid in het systeemgewricht hebt geschroefd, contro-
leert u de instelling van het systeemgewricht en neemt u eventueel
contact op met de technische support.
7 Let erop dat er geen sprake is van speling in het systeemgewricht. Controleer
dit door het systeemgewricht licht in ap-richting te bewegen.
8 Zorg ervoor dat het systeemgewricht binnen de graadmarkering is uitgelijnd.
Houd er rekening mee dat voor de NEURO SWING 2 andere veereenheden moeten worden gebruikt
dan voor de overige systeemenkelgewrichten.
6
5
4
3
2
1
Afb. 18
Afb. 19
13