4.5.3
Interactie tussen de componenten van de COSMIX S
4-18
Einde bezoek
Aan het einde van het bezoek wordt de gegeten hoeveelheid
opgeslagen in de lokale database en naar T4C gestuurd.
De COSMIX S wordt aangesloten op het T4C netwerk. Na installatie
krijgt de COSMIX S een apparaat-ID en een IP-adres. Deze instellingen
worden gebruikt in de T4C-software.
De T4C-software
In de T4C-software worden de voercriteria ingesteld. De T4C-software
voorziet de multiboard printplaat van de benodigde data. Als een koe
de COSMIX S de eerste keer binnengaat, vraagt de multiboard printplaat
de koegegevens op bij de T4C-software. Zodra de koe is opgenomen in
de database op de multiboard printplaat, synchroniseert T4C de
koegegevens na elke datawijziging.
De E-Link handbediening
De E-link handbediening wordt gebruikt door de servicemonteur om (na
installatie) de initiële instellingen te maken en de COSMIX S te testen en
te volgen.
De CRS+ gebruikersinterface
De CRS+ gebruikersinterface toont mogelijke foutmeldingen.
De COSMIX S service-interface
De COSMIX S service-interface wordt gebruikt door de servicemonteur
om (na installatie) de initiële instellingen te maken en de COSMIX S te
testen en te volgen.
innovators in agriculture
Beschrijving en werking